Ontwikkelingsdoelen eerste kleuterklas
Kleuters van de eerste kleuterklas krijgen geen rapport zoals in de lagere school. Het is niet altijd duidelijk voor ouders wat er juist geleerd wordt in onze klas. Het plezier in bijvoorbeeld te zingen, met verschillende materialen te werken, aanwezig te zijn , dingen ontdekken,te experimenteren en te exploreren… staat centraal. Als juf houden wij wel de ontwikkelingsdoelen in het achterhoofd bij het organiseren van de klas activiteiten. Zo kunnen kinderen via hun ervaringen verder ontwikkelen. Enkele voorbeelden hiervan zijn;
POSITIEVE INGESTELDHEID
- Kan betrokken bezig zijn heeft interesse in het klasgebeuren.
EMOTIONELE ONTWIKKELING
- Er wordt veel aandacht gehecht aan “ het zich goed voelen”
- Kent, beleeft en herkent de hoofdgevoelens: blij - bang - boos - verdrietig kan gevoelens uitdrukken via lichaamstaal
SOCIALE ONTWIKKELING
- Kan korte tijd samenspelen, proberen om samen te spelen samen delen spelregels ontdekken en naleven, beurt afwachten heeft al toevallige vriendje kan eenvoudige regels en afspraken naleven kan ervaren dat eigen gedrag gevolgen kan hebben .
MUZISCHE ONTWIKKELING
- Kan al doende zintuiglijke ervaringen opdoen techniek kennen van scheuren - kleven - stempelen - schilderen luisteren naar versjes en deze mee opzeggen .
MOTORISCHE ONTWIKKELING
GROVE MOTORIEK
- Je kleuter kan houding en bewegingen nabootsen heeft een goede uithouding
- Kan vlot lopen, stappen kan duwen, heffen, trekken
- Kan snel reageren op bepaalde prikkel en zo de bewegingen snel afremmen
-Is behendig in het nemen van hindernissen.
- Botsen niet tegen elkaar bij het lopen.
- Kan gelijktijdig met beide voeten springen.
- Kan een trap opgaan.
- Kan op één been staan.
- Stapt op de brede kant van de Zweedse bank.
- Kan een bal gooien en rollen.
FIJNE MOTORIEK
- Knippen: kennis maken met een schaar en kan al eventueel op een rechte lijn knippen.
- Kan grote vlakken inkleuren.
- Tracht te tekenen vanuit de pols.
- Tracht de potloodgreep juist te gebruiken.
- Kan een kopvoeter tekenen. Dit is een hoofdje waar benen en armen aan bevestigd zijn.
- Kan nauwkeurig plaats geven aan voorwerpen: bouwen - inlegpuzzels.
- Oog - handcoördinatie: steekparels - dikke parels rijgen .
ZINTUIGLIJKE ONTWIKKELING
- Verkent de ruimte rondom zich .
- Ontdekt grote verschillen en gelijkenissen.
VERSTANDELIJKE ONTWIKKELING
- Sorteert de vier hoofdkleuren.
- Kan een telrij opzeggen.
- Sorteert volgens 1 kenmerk
- Kan antwoorden op wat - vragen.
- Kan een eenvoudige. inlegpuzzel maken, puzzel 9 stuks (12 stuks), of meer natuurlijk!
TAALONTWIKKELING
- Gebruikt eenvoudige woorden.
- Spreekt alle klanken en tweeklanken uit.
- Praat verstaanbaar.
- Begrijpt eenvoudige opdrachten.
- Luistert naar een eenvoudig verhaal met ondersteuning.
- Kan een verhaal logisch opbouwen (in de juiste volgorde)
- Kan relaties leggen en lost eenvoudig raadsels op.
- Kan vragen gericht beantwoorden.
- Kan eigenschappen erkennen, benoemen, vergelijken, ordenen,...
- Kan spreken over ervaringen, gebeurtenissen en gevoelens...
- Kent eigen symbolen en dat van de vriendjes.
- Begrijpt eenvoudige pictogrammen.
- Spreekt in woordzinnen van 3-5 woorden.
ONTWIKKELING VAN ZELFSTURING/ ZELFREDZAAMHEID
- Wast en droogt zelf de handen.
- Kan zich gedeeltelijk aan en uitkleden,jas aandoen ,onderbroekje zelf optrekken ,...
- Doosjes opendoen.
- Boekentas zelf maken: brooddoos nemen, koekendozen nemen,….
Dit zijn zeker niet alle ontwikkelingsdoelen! Het is maar een indicatie en voorbeeld waar we in de klas aan werken!
Kleuters van de eerste kleuterklas krijgen geen rapport zoals in de lagere school. Het is niet altijd duidelijk voor ouders wat er juist geleerd wordt in onze klas. Het plezier in bijvoorbeeld te zingen, met verschillende materialen te werken, aanwezig te zijn , dingen ontdekken,te experimenteren en te exploreren… staat centraal. Als juf houden wij wel de ontwikkelingsdoelen in het achterhoofd bij het organiseren van de klas activiteiten. Zo kunnen kinderen via hun ervaringen verder ontwikkelen. Enkele voorbeelden hiervan zijn;
POSITIEVE INGESTELDHEID
- Kan betrokken bezig zijn heeft interesse in het klasgebeuren.
EMOTIONELE ONTWIKKELING
- Er wordt veel aandacht gehecht aan “ het zich goed voelen”
- Kent, beleeft en herkent de hoofdgevoelens: blij - bang - boos - verdrietig kan gevoelens uitdrukken via lichaamstaal
SOCIALE ONTWIKKELING
- Kan korte tijd samenspelen, proberen om samen te spelen samen delen spelregels ontdekken en naleven, beurt afwachten heeft al toevallige vriendje kan eenvoudige regels en afspraken naleven kan ervaren dat eigen gedrag gevolgen kan hebben .
MUZISCHE ONTWIKKELING
- Kan al doende zintuiglijke ervaringen opdoen techniek kennen van scheuren - kleven - stempelen - schilderen luisteren naar versjes en deze mee opzeggen .
MOTORISCHE ONTWIKKELING
GROVE MOTORIEK
- Je kleuter kan houding en bewegingen nabootsen heeft een goede uithouding
- Kan vlot lopen, stappen kan duwen, heffen, trekken
- Kan snel reageren op bepaalde prikkel en zo de bewegingen snel afremmen
-Is behendig in het nemen van hindernissen.
- Botsen niet tegen elkaar bij het lopen.
- Kan gelijktijdig met beide voeten springen.
- Kan een trap opgaan.
- Kan op één been staan.
- Stapt op de brede kant van de Zweedse bank.
- Kan een bal gooien en rollen.
FIJNE MOTORIEK
- Knippen: kennis maken met een schaar en kan al eventueel op een rechte lijn knippen.
- Kan grote vlakken inkleuren.
- Tracht te tekenen vanuit de pols.
- Tracht de potloodgreep juist te gebruiken.
- Kan een kopvoeter tekenen. Dit is een hoofdje waar benen en armen aan bevestigd zijn.
- Kan nauwkeurig plaats geven aan voorwerpen: bouwen - inlegpuzzels.
- Oog - handcoördinatie: steekparels - dikke parels rijgen .
ZINTUIGLIJKE ONTWIKKELING
- Verkent de ruimte rondom zich .
- Ontdekt grote verschillen en gelijkenissen.
VERSTANDELIJKE ONTWIKKELING
- Sorteert de vier hoofdkleuren.
- Kan een telrij opzeggen.
- Sorteert volgens 1 kenmerk
- Kan antwoorden op wat - vragen.
- Kan een eenvoudige. inlegpuzzel maken, puzzel 9 stuks (12 stuks), of meer natuurlijk!
TAALONTWIKKELING
- Gebruikt eenvoudige woorden.
- Spreekt alle klanken en tweeklanken uit.
- Praat verstaanbaar.
- Begrijpt eenvoudige opdrachten.
- Luistert naar een eenvoudig verhaal met ondersteuning.
- Kan een verhaal logisch opbouwen (in de juiste volgorde)
- Kan relaties leggen en lost eenvoudig raadsels op.
- Kan vragen gericht beantwoorden.
- Kan eigenschappen erkennen, benoemen, vergelijken, ordenen,...
- Kan spreken over ervaringen, gebeurtenissen en gevoelens...
- Kent eigen symbolen en dat van de vriendjes.
- Begrijpt eenvoudige pictogrammen.
- Spreekt in woordzinnen van 3-5 woorden.
ONTWIKKELING VAN ZELFSTURING/ ZELFREDZAAMHEID
- Wast en droogt zelf de handen.
- Kan zich gedeeltelijk aan en uitkleden,jas aandoen ,onderbroekje zelf optrekken ,...
- Doosjes opendoen.
- Boekentas zelf maken: brooddoos nemen, koekendozen nemen,….
Dit zijn zeker niet alle ontwikkelingsdoelen! Het is maar een indicatie en voorbeeld waar we in de klas aan werken!